Recht op vakantie bij einde dienstverband

30 november 2007  door Redactie Ontslag.nl

Op mijn artikel ‘Verplichte vakantie bij einde dienstverband' van 13 augustus 2007 (zie het Nieuwsarchief) heb ik een groot aantal reacties ontvangen. Vaak werd mij gevraagd naar de omgekeerde situatie, namelijk of een werknemer het recht heeft zijn opgebouwde vakantiedagen op te nemen bijvoorbeeld nadat hij zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft opgezegd. In dit artikel zal ik deze vraag beantwoorden.

De wet

Op grond van artikel 7:638 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek geldt als hoofdregel dat de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer.

Gewichtige redenen

Van gewichtige redenen is sprake wanneer het inwilligen van een verzoek om vakantie tot ernstige verstoring van de bedrijfsvoering leidt. De gevolgen van de verstoring van de bedrijfsvoering zullen steeds moeten worden afgewogen tegen de gevolgen die het niet inwilligen van het verzoek om vakantie voor de werknemer heeft. Pas als het belang van de werkgever om het verzoek om vakantie af te wijzen zo zwaar weegt dat het belang van de werknemer daarvoor redelijkerwijs moet wijken, is sprake van een gewichtige reden. Voorbeelden van gewichtige redenen zijn: de situatie dat meerdere werknemers van een seizoensbedrijf hun vakantie willen opnemen in de seizoenpiek en de situatie dat een klein bedrijf zou moeten sluiten omdat niet in vervanging kan worden voorzien.

Door een gewichtige reden aan te voeren kan de werkgever dus trachten te voorkomen dat de werknemer zijn opgebouwde vakantiedagen op het door hem gewenste moment (bijvoorbeeld gedurende de resterende duur van het dienstverband, indien de werknemer zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd) kan genieten.

Vakantieverzoek voor opzegging

Als de vakantie van de werknemer niet conform de wensen van de werknemer kan worden vastgesteld wegens gewichtige redenen, dient de werkgever op grond van artikel 7:638 lid 3 BW de vakantie op een ander moment vast te stellen. De werkgever moet dit op grond van artikel 7:638 lid 4 BW zo tijdig te doen, dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van maatregelen voor de besteding van de vakantie.

Als de werknemer zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever echter reeds heeft opgezegd en gedurende de resterende duur van zijn dienstverband zijn opgebouwde vakantiedagen had willen opnemen, heeft deze werknemer waarschijnlijk niets aan deze oplossing omdat zijn dienstverband tegen die tijd waarschijnlijk al geëindigd zal zijn. De werkgever kan in deze situatie dus beletten dat de werknemer gedurende de resterende duur van zijn dienstverband vakantiedagen opneemt.

Maar anders ligt het als de werknemer zijn aanvraag voor het opnemen van vakantiedagen indient voordat hij tot daadwerkelijke opzegging overgaat. Als de werkgever met deze aanvraag instemt (of vergeet binnen twee weken schriftelijk bezwaar te maken vanwege gewichtige redenen) kan de werkgever hem in principe niet meer beletten om gedurende de resterende duur van zijn dienstverband vakantiedagen op te nemen.

Vaststellingsovereenkomst checken

Een juridische check op je vaststellingsovereenkomst is geen overbodige luxe. Neem geen onnodige risico’s en laat een van onze ervaren arbeidsrechtspecialisten je vaststellingsovereenkomst controleren voordat je besluit deze overeenkomst te ondertekenen. Hoe werkt deze service? Bekijk de video.