Ontslag wegens stelen van 50 eurocent

28 december 2014  door Maarten van Gelderen

Een medewerkster van een espressobar die 50 cent van een klant in haar zak stak, is volgens de kantonrechter in Amsterdam terecht op staande voet ontslagen. Ondanks het feit dat het hier om een zeer gering bedrag ging, meende de rechter dat de medewerkster met haar gedrag een acute vertrouwensbreuk had veroorzaakt.

Hoge Raad bevestigt “harde lijn”
Sinds de Hoge Raad zich in 2012 uitliet over een ontslag op staande voet van een medewerker van de Bijenkorf die enkele goedkope kledingstukken bewust niet afrekende, lijken steeds meer rechters een harde lijn te volgen als het gaat om zogenaamde bagateldelicten (diefstal van zaken met een geringe waarde). Het gaat daarbij dus niet zozeer om de waarde van het artikel of geldbedrag, maar om het vertrouwen dat door de werknemer geschaad is.

In de zaak van espressobar Buon Giorno wilde een klant gebruik maken van het toilet en legde zij daarom 50 cent op de bar. Een van de medewerksters van de bar stak het geld in haar zak en legde het pas in de kassa toen zij op haar gedrag door een collega werd aangesproken. Camerabeelden konden deze gang van zaken bevestigen.

Diefstal is diefstal?
Volgens de rechter zijn er binnen de rechtspraak twee stromingen als het gaat om het beoordelen van dit soort zaken. De ene stroming gaat uit van een strenge benadering onder het motto “diefstal is diefstal” en deze stroming lijkt door de Hoge Raad in haar gelijk bevestigd te worden. Bij de minder strenge benadering heeft de rechter meer oog voor de (geringe) waarde van het ontvreemde artikel of geldbedrag en wordt ook meer gekeken naar de gevolgen die het ontslag voor de betreffende werknemer heeft.

Deze rechter is duidelijk een aanhanger van de strenge leer. Volgens de rechter was daarvoor bovendien alle aanleiding gelet op het feit dat de werkneemster in kwestie vanuit haar functie regelmatig geld voor haar werkgever in ontvangst moest nemen. Juist in die situatie is het erg belangrijk dat de werkgever zijn medewerkers volledig kan vertrouwen.

De werkneemster in kwestie kan in een bodemprocedure proberen om het ontslag op staande voet alsnog van tafel te krijgen. Haar kansen lijken echter niet al te groot gelet op eerdere uitspraken van kantonrechters waarbij het ook ging om artikelen of goederen met een (zeer) geringe waarde.