Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
30 november 2007 door Maarten van Gelderen
Recent deed de Hoge Raad een opmerkelijke uitspraak die duidelijk maakt dat in het arbeidsrecht het adagium ‘Wat een werknemer in zijn privé tijd doet, gaat de baas niets aan' niet (meer) opgaat. Wat was het geval?
Mevrouw Dirksz was werkzaam als serveerster in het chique Hyatt Regency hotel op Aruba. Dit hotel hanteert een zeer strikt anti-drugsbeleid dat onder meer inhoudt dat werknemers incidenteel urinetests moeten ondergaan om te controleren of zij geen sporen van drugs in hun lichaam hebben. Een werkgever kan in zijn algemeenheid dergelijke tests niet verplicht stellen, maar in deze zaak had de werkneemster met het afnemen van deze at random-tests ingestemd.
Op een ongetwijfeld zonnige septemberdag bleek dat mevrouw Dirksz positief testte. In haar bloed werden sporen cocaïne aangetroffen. Daarop stelde de werkgever mevrouw Dirksz voor de keuze om of zelf ontslag te nemen of mee te werken aan een afkickprogramma. Bij gebreke van een van deze twee opties zou er ontslag op staande voet volgen. Mevrouw Dirksz weigerde mee te werken aan een van geboden alternatieven en er volgde inderdaad ontslag op staande voet.
In de daarop volgende procedures stelde mevrouw Dirksz zich op het standpunt dat er sprake was van een ontoelaatbare inbreuk op haar privacy. Zij had, zo stelde zij, geen cocaïne gebruikt tijdens werktijd en evenmin kon de werkgever hard maken dat de aanwezigheid van cocaïnesporen in haar lichaam had geleid tot een negatief effect bij de uitvoering van haar werkzaamheden.
Doordat cocaïne tot 72 uur na gebruik in het lichaam traceerbaar is, zou zij dus ook tijdens het weekend of in de laatste 3 dagen van een vakantie geen drugs kunnen gebruiken zonder het risico te lopen op staande voet ontslagen te worden. Volgens haar zou ontslag alleen gerechtvaardigd zijn als aannemelijk was geworden dat zij nog daadwerkelijk onder invloed van drugs zou zijn en/of er sprake zou zijn van een negatief effect op haar werkzaamheden.
Daar dacht de Hoge Raad anders over.
In een uitvoerig gemotiveerd arrest komt de Hoge Raad tot de conclusie dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. Weliswaar bracht het strenge antidrugsbeleid van het Hyatt met zich mee dat het gebruik van cocaïne in privé-tijd niet mogelijk was zonder het risico te lopen ontslagen te worden, maar de Hoge Raad vond dat een dergelijke inbreuk in dit geval toelaatbaar was. Het Hyatt had immers belang bij het handhaven van een onberispelijke reputatie en bovendien was mevrouw Dirksz uitvoerig geïnformeerd over het anti-drugsbeleid en het feit dat een positieve testuitslag tot ontslag zou kunnen leiden.
Toch is de uitspraak van de Hoge Raad discutabel. Het zal niemand verbazen dat werken onder invloed van drugs of alcohol tot ontslag kan en vaak ook zou moeten leiden. Maar zou het enkele feit dat er in het lichaam van de werknemer sporen van deze middelen te vinden zijn, ook moeten kunnen leiden tot ontslag? Als dat de vaste lijn wordt in de arbeidsrechtelijke rechtspraak, dan zou het aantal werklozen de komende tijd weleens flink kunnen gaan stijgen.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan