Moet werknemer openheid van zaken geven bij werkgerelateerd strafbaar feit?

20 november 2012  door Redactie Ontslag.nl

Onlangs oordeelde de kantonrechter Amsterdam dat een werknemer openheid van zaken moet geven aan zijn werkgever als hij wordt verdacht van een werkgerelateerde strafbaar feit. Wanneer de werknemer dat niet doet, kan dat een reden zijn voor de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken.

Werknemer is gebonden aan gedragscode

Het gaat in deze kwestie om een werknemer die in dienst is van een bank in een leidinggevende functie. Op de arbeidsovereenkomst is gedragscode van toepassing (Gedragscode Privébeleggingstransacties). In deze gedragscode staat vermeld dat de werknemer geen privétransacties mag verrichten als hij voorwetenschap heeft met betrekking tot financiële producten. Het niet naleven van deze gedragscode leidt tot een ernstige vertrouwensbreuk en mogelijk ontslag, aldus de gedragscode.

In oktober 2011 wordt de werknemer door de FIOD aangehouden op verdenking van handel met voorwetenschap, gepleegd in 2009. Hij wordt na de voorlopige hechtenis vrijgelaten. Aansluitend op de vrijlating wordt de werknemer door zijn werkgever geschorst in verband met een onderzoek. Uit dit onderzoek blijkt dat het aannemelijk is dat de werknemer en zijn collega zich schuldig hebben gemaakt aan het handelen in aandelen met voorkennis. Naar aanleiding van het onderzoek verzoekt de bank ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden.

Kantonrechter: handel met voorkennis is een dringende reden

De kantonrechter in Amsterdam oordeelt dat als vaststaat dat de werknemer heeft gehandeld met voorkennis dit wordt aangemerkt als een dringende reden, gelet op de aard van zijn functie en zijn positie bij de bank. Maar volgens de rechter is niet met zekerheid vast te stellen dat er sprake is geweest van handel met voorkennis. De werknemer is daar in elk geval (nog) niet strafrechtelijk voor veroordeeld. Ook weegt de kantonrechter in het voordeel van de werknemer mee dat hij zijn medewerking heeft verleend aan het onderzoek dat zijn werkgever naar hem heeft ingesteld.

De kantonrechter vindt wel dat, gelet op de zeer ernstige verdenking van werknemer voor een werkgerelateerde strafbaar feit, van werknemer kon en mocht worden verwacht dat hij vanaf het begin de grootst mogelijke openheid van zaken zou geven en al het mogelijke zou doen om de verdenking tegen hem weg te nemen. Dat de werknemer geen informatie heeft willen geven, met een beroep op zijn privacy, kan wel zo zijn, maar volgens de kantonrechter impliceerde dat wel dat de ernstige verdenking bij de bank bleef bestaan.

Kantonrechter: werknemer had meer openheid van zaken moeten geven

Volgens de kantonrechter had de werknemer onvoldoende openheid van zaken gegeven. Aangezien de bank het vertrouwen in de werknemer heeft verloren en de goede verstandhouding, noodzakelijk voor een verdere samenwerking tussen partijen, blijvend is komen te ontbreken, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden zonder enige vergoeding.

Uit deze uitspraak blijkt dat bij bepaalde functies een hogere mate van integriteit en transparantie verlangd (mogen) worden dan bij “normale” functies. Denk hierbij aan bankiers, beveiligingsmedewerkers, politieambtenaren en croupiers in casino’s.

Zo kan een beroep op privacy door de werknemer in strijd komen met het goed werknemerschap in het geval sprake is van een verdenking van een arbeidsgerelateerde strafbaar feit. De werknemer kan in dat geval beter openheid van zaken geven om te voorkomen dat zijn werkgever het vertrouwen in hem verliest en daarmee een reden heeft om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.