Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
4 januari 2011 door Maarten van Gelderen
De kantonrechter in Rotterdam besloot onlangs een arbeidsovereenkomst te ontbinden en daarbij de werknemer een hoge vergoeding mee te geven die in geen verhouding stond tot de bekende kantonrechtersformule.
Doordat de kantonrechtersformule in ontslagzaken vrijwel altijd wordt toegepast, wordt vaak vergeten dat deze formule geen wet is, maar slechts een aanbeveling vormt voor de behandelend kantonrechter. De wet geeft de kantonrechter alle ruimte om een ontslagvergoeding naar eigen inzicht vast te stellen.
Letterlijk verwoord lid 8 van artikel 7:685 BW het als volgt:
‘Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden kan hij, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een van de partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen; hij kan toestaan dat de vergoeding op door hem te bepalen wijze in termijnen wordt betaald.’
Kantonrechter heeft discretionaire bevoegdheid
Het komt er op neer dat de kantonrechter een zogenaamde discretionaire bevoegdheid heeft, hij bepaalt zelf of, en zo ja, welke ontslagvergoeding er betaald moet worden.
Terug naar de kantonrechter in Rotterdam. Hij moest een oordeel vellen over een ontslagzaak tussen een ziekenhuis als werkgever en een hoofd P&O. Tijdens de procedure kwam vast te staan dat de werknemer altijd prima gefunctioneerd had en de achtergrond van het arbeidsconflict terug te voeren was op een bestuurscrisis binnen het ziekenhuis.
Arbeidsrechtelijke bezien, zo oordeelde de rechter, was er eigenlijk geen reden om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan. Maar de werkgever gaf aan het arbeidscontract hoe dan ook te willen beëindigen.
Kantonrechtersformule doet geen recht aan de omstandigheden
De werknemer was relatief kort in dienst en een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule zou leiden tot een bedrag van ruim 11.000 euro bruto. Zelfs moet toepassing van een hogere correctiefactor zou het ziekenhuis relatief goedkoop van de medewerker afkomen, terwijl de rechter nu juist van mening was dat de werkgever van alles te verwijten viel.
De kantonrechter koos voor een praktische oplossing door de gehele kantonrechtersformule buiten toepassing te laten en de vergoeding naar billijkheid (lees: naar eigen inschatting) vast te stellen op een bedrag van maar 75.000 euro bruto. Daarmee gaf deze kantonrechter een duidelijke boodschap af: een werkgever die in feite zonder (arbeidsrechtelijke) reden van een werknemer af wil, moet er niet op rekening dat dit tegen de ‘gebruikelijke tarieven’ op basis van de kantonrechtersformule kan.
De ontslagbescherming zou anders voor werknemers met een relatief kort dienstverband eenvoudig ‘afgekocht’ kunnen worden.
Hoewel het nog te vroeg is om te voorspellen of deze uitspraak navolging gaat krijgen van andere rechters die met soortgelijke gevallen te maken krijgen, zal deze uitspraak door werknemers (en hun advocaten) die menen zonder goede reden ontslagen te worden ongetwijfeld veelvuldig aangehaald worden.
P.S.
Uiteindelijk is elke ontslagvergoeding natuurlijk te herleiden tot de kantonrechtersformule. In deze zaak zou een vergoeding van 75.000 euro neerkomen op een correctiefactor van ruim 6.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan