Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
3 oktober 2014 door Maarten van Gelderen
De kantonrechter in Apeldoorn heeft een zorginstelling onlangs veroordeeld tot het betalen van een extreem hoge ontslagvergoeding aan een van haar medewerkers. De kantonrechter paste in deze zaak de kantonrechtersformule toe met een correctiefactor van 5. De ontslagvergoeding kwam daarmee uit op een bedrag van ruim € 141.000 bruto.
Incident tijdens nachtdienst leidt tot arbeidsconflict
Wat was er aan de hand? Het arbeidsconflict ontstond naar aanleiding van een incident tijdens de nachtdienst van de betreffende werknemer, een begeleider van (jong)volwassenen met complexe gedragsproblemen. Tijdens de bewuste nacht werd de werknemer geconfronteerd met een bewoner (W.), een volwassen man met een fors postuur en het verstandelijke niveau van een 5-jarige. W. had zich – al schreeuwend en spartelend met zijn armen en benen – op de grond laten vallen. Toen de werknemer W. samen met een collega probeerde te verplaatsen is W. in aanraking gekomen met de nylon vloerbedekking en heeft hij een forse schaafwond opgelopen.
De werkgever greep dit incident aan om de werknemer een aantal forse verwijten te maken. Er volgde een ontslagaanvraag die door de kantonrechter echter resoluut werd afgewezen. De rechter vond de reactie van de werkgever zwaar overtrokken en concludeerde dat de werknemer ten onrechte door zijn werkgever in het beklaagdenbankje was gezet. Op advies van de rechter wordt er een mediator ingeschakeld met het doel om het vertrouwen tussen partijen te herstellen. Maar daarmee is de zaak niet afgelopen.
Werkgever: arbeidsrelatie is onherstelbaar beschadigd
De mediation heeft niet het gewenste effect en de werkgever besluit een tweede ontslagverzoek in te dienen wegens een onherstelbare vertrouwensbreuk. Inmiddels is de werknemer al geruime tijd arbeidsongeschikt en lijkt deze arbeidsongeschiktheid het directe gevolg van de halsstarrige houding van de werkgever om steeds maar weer in verwijtende zin terug te komen op het incident en het gedrag van de werknemer.
De kantonrechter komt in deze tweede ontslagprocedure tot de conclusie dat het inderdaad geen zin meer heeft om de arbeidsverhouding in stand te laten. Maar de rechter haalt in zijn beschikking keihard uit naar de werkgever die zich in de ogen van de rechter een buitengewoon slecht werkgever getoond heeft. Volgens de rechter is de arbeidsongeschiktheid van de werknemer verergerd doordat de werkgever de gewenste terugkeer van de werknemer op de werkvloer geblokkeerd heeft. De werknemer is inmiddels psychisch ontredderd geraakt en gaat een ongewisse (financiële) toekomst tegemoet, aldus de kantonrechter.
Extreem hoge correctiefactor
Als de rechter tot slot toekomt aan het bepalen van de hoogte van de ontslagvergoeding, neemt hij de door de werknemer gevraagde correctiefactor van 5 volledig over en stelt hij de vergoeding vast op een bedrag van ruim € 141.000 bruto.
Deze uitspraak laat zien dat de veelgehoorde stelling dat ‘een correctiefactor zich altijd beweegt tussen 0 en 2‘ niet opgaat. Een kantonrechter is bij het bepalen van een ontslagvergoeding niet gebonden aan een bepaalde bandbreedte al moet gezegd worden dat een correctiefactor van 5 slechts zeer zelden voor komt.
Geen hoge ontslagvergoedingen meer volgens het nieuwe ontslagrecht?
Hoe zou een dergelijke zaak aflopen na 1 juli 2015, de datum waarop de kantonrechtersformule komt te vervallen en ontslagvergoedingen moeten worden vastgesteld volgens een veel soberder formule? Volgens de nieuwe regels geldt namelijk de regel dat een werknemer recht heeft op een ontslagvergoeding (de wettelijke term is dan ‘transitievergoeding’) gelijk aan 1/3 maandsalaris per jaar over de eerste tien dienstjaren. Als de arbeidsovereenkomst langer heeft geduurd, geldt over de volgende dienstjaren een vergoeding van 1/2 maandsalaris per dienstjaar. In het geval van deze werknemer zou de ontslagvergoeding dan uitkomen op een bedrag van circa € 10.000 bruto, een fractie van het bedrag dat de kantonrechter heeft toegekend.
Maar het nieuwe ontslagrecht laat de mogelijkheid voor rechters open om bovenop deze transitievergoeding een extra vergoeding (de wet spreekt van een ‘billijke vergoeding’) vast te stellen als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de zijde van de werkgever. Deze kantonrechter zou ook volgens de nieuwe ontslagregels ongetwijfeld geconcludeerd hebben dat dit laatste het geval is. Het blijft dan wel de vraag hoe de kantonrechter in dat geval de hoogte van de billijke vergoeding zou bepalen. De kantonrechtersformule (met een variabele correctiefactor) mag hij dan in elk geval niet meer toepassen.
Bron: Rechtbank Gelderland 3 juli 2014, JAR 2014/201
Meer lezen over het nieuwe ontslagrecht en de aanpassingen rondom flexibele arbeidscontracten? Bestel hier het boek “de nieuwe flex- en ontslagregels”.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan