Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
27 september 2010 door Maarten van Gelderen
Op basis van de zogenaamde kantonrechtersformule moet bij het bepalen van een ontslagvergoeding niet alleen rekening gehouden worden met het loon van de werknemer, maar ook met andere ‘vaste en overeengekomen looncomponenten'.
In de praktijk ontstaat nogal eens discussie over de vraag of een bonus (of een andere variabel loonbestanddeel) nu wel of geen onderdeel moet uitmaken van de berekening die leidt tot de hoogte van de ontslagvergoeding.
Het gerechtshof in Amsterdam moest over een dergelijke discussie in maart 2009 een oordeel vellen.
Berekening B-factor
De zaak draaide om een bedrijfseconomisch ontslag bij een groot chemieconcern waarbij tussen de werkgever en de vakbonden een sociaal plan overeengekomen was. Op grond van dit sociaal plan had elke ontslagen werknemer recht op een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule met toepassing van een correctiefactor (C) van 1,3.
Volgens werknemers is bonus een vast loonbestanddeel
Voor de zogenaamde B-factor zou uitgegaan worden van het geldende bruto maandsalaris inclusief pro rata vakantietoeslag en dertiende maand en andere vaste loonbestanddelen. Volgens de werknemers zou dit betekenen dat de bonus die zij in de voorgaande jaren steeds ontvangen hebben, bij de berekening van hun ontslagvergoeding betrokken zou moeten worden.
Volgens de werkgever was er juist sprake van een bonus de jaarlijks fluctueerde en bovendien afhankelijk was van de resultaten van een bepaalde businessgroep waardoor de hoogte niet vaststond.
Gerechtshof: bonus is structureel en moet meegeteld worden
Het gerechtshof stelt echter vast dat de meeste werknemers in de afgelopen vijf jaren een bonus ontvangen hebben. Daarmee, zo oordeelt de rechter, is er een structureel recht op een bonus ontstaan en moet deze bonus ook meegerekend worden bij de vaststelling van het bruto maandinkomen dat in aanmerking wordt genomen bij de vaststelling van de ontslagvergoeding.
Het gerechtshof veroordeelt de werkgever dan ook om de werknemers een nabetaling te doen waarbij uitgegaan wordt van de gemiddelde bonus van de werknemer in de afgelopen vijf jaren. Tegelijkertijd oordeelde het gerechtshof dat een bonus bestaande uit opties op aandelen en het ter beschikking stellen van een leaseauto niet meegewogen dienen te worden bij de berekening van de ontslagvergoeding.
Bonus en nieuwe kantonrechtersformule
Het oordeel van het gerechtshof in Amsterdam had nog betrekking op de ‘oude kantonrechtersformule’. Deze formule is met ingang van 1 januari 2009 aangepast en versoberd. Maar ook in de toelichting op de B-factor in de nieuwe kantonrechtersformule wordt gesproken over ‘vaste en overeengekomen looncomponenten’.
De rechter zal steeds per geval beoordelen of een bepaalde bonusregeling meegewogen moet worden bij de vaststelling van de ontslagvergoeding.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan