Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
5 september 2011 door Maarten van Gelderen
Voor de tweede keer in korte tijd heeft een kantonrechter bepaald dat de kantonrechtersformule geen goede maatstaf is bij het vaststellen van een ontslagvergoeding bij een kort dienstverband. Al eerder oordeelde de kantonrechter in Breda dat de kantonrechtersformule geen soelaas bood, deze keer was het de rechtbank in Haarlem die liet zien dat de geijkte formule niet meer is dan een richtlijn waarvan afgeweken kan worden.
De Haarlemse rechter moest een oordeel vellen over een ontslagverzoek van een groothandel die afscheid wilde nemen van haar marketing manager, een werknemer die voor 9.375 euro bruto per maand op de loonlijst stond. De 46-jarige werknemer die op 3 mei 2010 bij de werkgever in dienst getreden was, zou volgens de werkgever disfunctioneren.
Werknemer was slechts eenmaal op functioneren aangesproken
Tijdens de zitting moest de kantonrechter echter vaststellen dat de werknemer slechts eenmaal, tijdens eengesprek medio februari, op zijn functioneren was aangesproken waarna partijen vervolgens tot de orde van de dag zijn overgegaan. De rechter liet in zijn uitspraak duidelijk blijken dat de werkgever niet kon volstaan met het eenmalig uiten van kritiek zonder verder een verbetertraject in te zetten. Ook het feit dat de werkgever ervoor koos om de werknemer twee weken na het gesprek van medio februari op non-actief te stellen kon bij de kantonrechter niet op instemming rekenen.
Kantonrechtersformule geen goede maatstaf bij kort dienstverband
Omdat beide partijen de rechter te kennen gaven een verdere samenwerking niet te zien zitten, resteerde dekantonrechter niets anders dan overgaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de rechter zou een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule geen recht doen aan de situatie. Hiervoor voerde de rechter diverse, soms opvallende, argumenten aan:
Al met al besloot de kantonrechter dat de werknemer recht had op een ontslagvergoeding van 75.000 euro bruto. Bij een toepassing van de kantonrechtersformule zou dit ongeveer neerkomen op een correctiefactor van 5.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan