Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
6 juli 2015 door Maarten van Gelderen
De rechtbank in Amsterdam heeft onlangs geoordeeld dat een WhatsApp bericht van de werkgever aan de werknemer met een ontslagmededeling uitgelegd mag worden als een aanzegging in de zin van artikel 7:668 BW.
Volgens dit bewuste artikel zijn werkgevers sinds 1 januari 2015 verplicht om bij tijdelijke arbeidscontracten met een duur van zes maanden of langer, de werknemer minimaal één maand voor de einddatum schriftelijk te informeren over het feit of de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet of niet. Eerder had minister Asscher al aangegeven dat wat hem betreft een e-mail ook als schriftelijke aanzegging heeft te gelden, ook al adviseerde hij werkgevers om aanzeggingen vooral per aangetekende post te versturen. Een werkgever moet namelijk wel kunnen bewijzen dat de aanzegging de werknemer heeft bereikt en dat is nu eenmaal een stuk lastiger als het gaat om een e-mail.
Volgens de rechter in Amsterdam kwalificeert een WhatsApp bericht ook als een “schriftelijke aanzegging”. Het ging in deze zaak om een discussie tussen een restauranthouder en een van zijn medewerksters. De werkneemster in kwestie had zich ziekgemeld, maar deze ziekmelding werd door de werkgever niet geaccepteerd. Volgens de werkgever was de werkneemster in diverse uitgaansgelegenheden gesignaleerd in de periode dat zij voorwendde wegens ziekte niet te kunnen werken.
Tussen partijen ontspon zich een levendige WhatsApp-conversatie waarbij de werkgever op enig moment schreef:
“Ik ga je nu 2 keuzes geven. 1. We gaan normaal uit elkaar, ik stel een ontbinding van contract, je tekent die… 2. Ik ga ontslag aanvragen bij UWV en ontbinding contract per 6 februari.”
Volgens de rechter had de werkneemster uit dit bericht kunnen afleiden dat de werkgever het dienstverband hoe dan ook wenste te beëindigen en in elk geval na de einddatum niet zou worden voortgezet. Daarmee had de werkgever in de ogen van de rechter voldaan aan de wettelijke aanzegverplichting.
In deze zaak speelde overigens geen discussie over de vraag of het WhatsApp bericht wel door de werkneemster ontvangen was. Zij had immers op dit bericht gereageerd en daarmee stond vast dat het bericht ook daadwerkelijk bij de werkneemster was binnengekomen. De vraag is hoe de rechter deze zaak beoordeeld zou hebben als de werkneemster niet op het WhatsApp bericht gereageerd zou hebben. Zou de rechter de bekende “twee vinkjes” dan als voldoende bewijs van ontvangst geaccepteerd hebben?
Ondanks het feit dat de discussie over de aanzegging in deze zaak voor de werkgever goed is afgelopen, doen werkgevers er verstandig aan om de werknemer altijd om een ontvangstbevestiging van een aanzegbericht te vragen.
Tip!
Voorbeeldbrief om aanzegvergoeding te claimen. Als je werkgever niet of niet tijdig heeft aangezegd, kan je met deze voorbeeldbrief een aanzegvergoeding claimen.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan