Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
25 februari 2010 door Redactie Ontslag.nl
Vaak wordt gedacht dat als een werknemer door justitie is opgepakt en daarom niet op het werk verschijnt, dit voldoende reden is voor ontslag. Dat dit genuanceerder ligt blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van vorig jaar.
Het hof moest zich buigen over een zaak waarin een ABN AMRO-medewerker op staande voet was ontslagen omdat hij was veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf voor het plegen van ontucht met zijn minderjarige stiefzoon. Het hof meende dat het enkele feit dat de werknemer gedetineerd was en daardoor werk verzuimde niet voldoende was voor een ontslag op staande voet.
Dit is geen verrassende uitspraak ten opzichte van andere recente uitspraken in dit verband. Als we wat verder teruggaan in de tijd, lijkt het erop dat rechters in het verleden strenger oordeelden over gedetineerde werknemers.
Rechters in verleden strenger
Zo oordeelde de Hoge Raad in 1986 nog dat het de werknemer was aan te rekenen dat hij wegens detentie niet op het werk was verschenen en daarom op staande voet ontslagen was. De werknemer had in die zaak overigens niet gesteld dat hij onschuldig was. Het criterium voor de rechter destijds was of de detentie aan de werknemer was toe te rekenen.
Voor beantwoording van deze vraag was van belang of de werknemer het strafbare feit (waarschijnlijk) daadwerkelijk had begaan. Hiervan was sprake wanneer de werknemer een bekentenis had afgelegd of door de strafrechter veroordeeld was. Of het strafbare feit verband hield met de werkzaamheden was minder van belang.
Verband met werkzaamheden en reden detentie van belang
Sindsdien lijkt er een verschuiving in opvattingen te hebben plaatsgevonden. Het verband tussen de werkzaamheden en de reden voor detentie zijn in de huidige rechtspraak in grote mate van belang.
Als er geen enkel verband bestaat tussen detentie en de werkzaamheden is de kans op beëindiging van het dienstverband klein. Er zullen doorgaans aanvullende argumenten moeten worden aangevoerd om een rechter te overtuigen van het standpunt dat ontslag onvermijdelijk is. Een werkgever zou bijvoorbeeld kunnen wijzen op de lange duur van de detentie en de daaruit voortkomende organisatorische problemen.
Werkgever zal aanvullende argumenten moeten aanvoeren
Let wel, het enkele feit dat een werknemer tijdelijk vervangen moet worden en de daarmee gepaard gaande organisatorische verwikkelingen is in het algemeen onvoldoende. Financiële redenen kunnen de werkgever in dit verband ook niet baten, omdat de werkgever niet verplicht is het loon door te betalen aan de werknemer die wegens detentie afwezig is.
Wel kans van slagen heeft de reden dat een afdeling wordt opgeheven en de werknemer door zijn (langdurige) afwezigheid niet aan het veranderingsproces kan meewerken. Andere aanvullende gronden kunnen zijn het (dis)functioneren van de werknemer voorafgaand aan de detentie en de in dat verband gegeven (schriftelijke) waarschuwingen.
Als er wel (indirect) verband is met de werkzaamheden is beëindiging van het dienstverband vaak wel gerechtvaardigd, met uitzondering van de zeldzame situatie waarin de belangenafweging in het voordeel van de werknemer uitvalt. In dit verband kan zelfs het enkele feit dat tegen een werknemer een verdenking heeft bestaan al een reden voor beëindiging opleveren.
Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een werknemer van een luchtvaartmaatschappij die (strafrechtelijk) wordt verdacht van het binnen het grondgebied van Nederland brengen van drugs. Het is dan te begrijpen dat de werkgever geen vertrouwen meer heeft in de werknemer. Dit enkele gemis van vertrouwen kan onder omstandigheden leiden tot beëindiging van het dienstverband. Dit kan ook het geval zijn als er een indirect verband aanwezig is met de werkzaamheden, bijvoorbeeld bij detentie wegens verdenking van fraude, terwijl de werknemer bij een bank werkt.
Als het wantrouwen echter misplaatst wordt geacht bijvoorbeeld omdat én de schuld van de werknemer niet vaststaat én controle op de werknemer op het werk eenvoudig is, kan beëindiging van het dienstverband te verstrekkend worden geacht.
Conclusie
Conclusie: als het delict waarvoor de werknemer vastzit in geen enkel verband staat met de verrichte werkzaamheden, dan zal een rechter meestal in het voordeel van de werknemer beslissen en zal ontslag meestal niet mogelijk zijn.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan