Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
7 juli 2009 door Wouter Van Gelderen
Veel werknemers denken nogal luchtig over een geheimhoudingsbeding. Ondanks het feit dat er vaak een forse boetesom aan een dergelijk beding verbonden is, gaan velen ervan uit dat de soep niet zo heet gegeten wordt.
Dat het in de praktijk wel eens anders loopt, ondervond de heer S. onlangs toen hij de uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden onder ogen kreeg.
S. was met zijn werkgever in een juridische procedure verwikkeld waarbij de vraag centraal stond of S. zijn geheimhoudingsbeding geschonden had en zo ja, of S. op grond hiervan boetesommen verschuldigd was. S. zou een aantal e-mails met bedrijfsgevoelige informatie verzonden hebben.
Boetebeding
De discussie spitste zich uiteindelijk toe op het zogenaamde boetebeding. Een boetebeding is een bepaling die vaak gekoppeld is aan een geheimhoudings-, concurrentie- of relatiebeding en bepaalt dat de werknemer een vaak forse boete verschuldigd is als hij het geheimhoudings-, relatie,- of concurrentiebeding overtreedt.
Volgens de wettelijke regeling rondom een boetebeding, mag een boete in principe niet aan de werkgever zelf toekomen. De boete moet gestort worden in een fonds voor een goed doel. Maar volgens dezelfde wettelijke regeling mag de werkgever voor werknemers die meer verdienen dan het minimumloon afwijken van deze hoofdregel. Met andere woorden: de boete mag ook in de bedrijfskas van de werkgever vloeien.
Kantonrechter geeft werknemer gelijk
Volgens S. en de kantonrechter die in eerste aanleg over de zaak moest oordelen, had de werkgever in het boetebeding expliciet moeten vermelden wat de bestemming was van de boete of had de werkgever expliciet moeten aangeven dat een beroep gedaan werd op de afwijkingsmogelijkheid zodat de boete aan de werkgever zelf kon toekomen. Nu dit niet gebeurd was, zo oordeelde de kantonrechter, was het boetebeding nietig.
Het leek erop dat S. opgelucht adem kon halen.
De werkgever liet het er echter niet bij zitten en tekende hoger beroep aan bij het gerechtshof in Leeuwarden. Deze rechter kwam tot een ander oordeel. Volgens deze rechter was het boetebeding gewoon geldig. Omdat het beding schriftelijk was overeengekomen met een werknemer die meer verdiende dan het minimumloon, was het niet nodig om nog eens expliciet te vermelden dat de boete aan de werkgever zou toekomen.
Het gerechtshof veroordeelde S. tot het betalen van een bedrag van 25.000 euro aan boetesommen wegens het schenden van het geheimhoudingsbeding.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan