Een werkgever die ontslag voor een werknemer wil aanvragen op grond van een bedrijfseconomische reden of vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, moet hiervoor een ontslagaanvraag indienen bij het UWV Werkbedrijf.
De ontslagprocedure bij het UWV Werkbedrijf begint met een schriftelijke ontslagaanvraag. In deze aanvraag verzoekt de werkgever het UWV Werkbedrijf om toestemming om de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te mogen zeggen. De werkgever is verplicht om bij deze ontslagaanvraag gebruik te maken van een drietal modelformulieren van het UWV Werkbedrijf.
De gehele procedure neemt ongeveer vier weken in beslag vanaf het moment dat de ontslagaanvraag van de werkgever door het UWV Werkbedrijf compleet gevonden wordt.
De ontslagaanvraag moet in de vorm van drie formulieren (A, B en C) worden ingediend bij de afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) van het UWV Werkbedrijf binnen de regio waar de werknemer zijn werkzaamheden verricht (heeft). Deze formulieren kunnen via het werkgeversportaal van de werkgever bij het UWV worden geupload of kunnen per gewone post of fax bij het UWV Werkbedrijf worden ingediend.
De bedrijfseconomische reden moet onderbouwd worden met een aantal documenten. Vaak gaat het daarbij om de jaarrekeningen van de afgelopen twee boekjaren en een prognose voor de komende 26 weken.
Na ontvangst van de ontslagaanvraag zal het UWV Werkbedrijf eerst controleren of de aanvraag compleet is. Soms wil het UWV Werkbedrijf nog aanvullende stukken ontvangen of zijn er nog vragen. De werkgever krijgt dan acht dagen de tijd om de gevraagde informatie alsnog aan te leveren. De complete ontslagaanvraag inclusief alle bijlagen wordt vervolgens door het UWV Werkbedrijf aan de werknemer gestuurd met het verzoek om binnen twee weken schriftelijk te reageren. De werknemer kan dit doen in de vorm van een brief, maar meestal wordt hij daarin geadviseerd door een advocaat of jurist.
Laat een van de ervaren advocaten van Van Gelderen Arbeidsrechtadvocaten verweer voeren tegen jouw ontslag. Zij behoren tot de beste ontslagadvocaten van Nederland en weten precies waar de kansen en risico’s van jouw ontslagzaak zitten.
Advocaat arbeidsrecht
Als de reactie van de werknemer ontvangen is, bepaalt het UWV Werkbedrijf of er nog een tweede (en heel soms een derde) ronde moet plaatsvinden. In dat geval krijgen de werkgever en de werknemer beiden nogmaals de gelegenheid om schriftelijk op elkaars standpunten te reageren. De reactietermijn in een eventuele tweede ronde bedraagt zeven dagen. Een tweede (en in zeer uitzonderlijke gevallen derde) ronde zal in het algemeen plaatsvinden bij complexe zaken en zaken waarbij de werknemer uitvoerig verweer voert.
Het UWV kan na deze ronde(n) besluiten om de ontslagadviescommissie (aoc) om advies te vragen. Dit zal alleen in uitzonderlijke situaties gebeuren. Deze ontslagadviescommissie bestaat uit een werkgeversvertegenwoordiger en een werknemersvertegenwoordiger. De ontslagadviescommissie brengt vervolgens intern een advies uit aan het UWV Werkbedrijf en adviseert het UWV Werkbedrijf om de gevraagde ontslagtoestemming te verlenen of juist af te wijzen. Hoewel het UWV Werkbedrijf het advies van deze commissie vrijwel altijd opvolgt, mag het UWV Werkbedrijf uiteindelijk zelfstandig beslissen of werkgever wel of geen ontslagtoestemming krijgt.
In sommige gevallen is er sprake van een opzegverbod. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een zieke of zwangere werknemer. In dat geval kan de werkgever de arbeidsovereenkomst (vrijwel altijd) niet opzeggen. Het UWV Werkbedrijf controleert aan de hand van formulier B of er sprake is van een opzegverbod. Als dit het geval is, wordt de ontslagaanvraag afgewezen.
De beslissing van het UWV Werkbedrijf wordt schriftelijk en gelijktijdig aan de werknemer en de werkgever gezonden. In deze beslissing staat vermeld of de werkgever wel of geen ontslagtoestemming krijgt en waarom. Als de werkgever toestemming krijgt om de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen, dan spreekt men ook wel van een ontslagvergunning. Deze ontslagtoestemming, of ontslagvergunning, heeft een geldigheidsduur van vier weken.
Dat wil zeggen dat de werkgever binnen vier weken na afgifte van de beslissing van het UWV Werkbedrijf de arbeidsovereenkomst met de werknemer moet opzeggen. De proceduretijd mag hierbij op de opzegtermijn in mindering worden gebracht. Pas aan het einde van deze opzegtermijn eindigt het dienstverband en is de werknemer definitief ontslagen. Als het UWV Werkbedrijf aan de werkgever geen toestemming geeft om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, zal de arbeidsovereenkomst in principe normaal blijven bestaan.
De werknemer of werkgever die zich niet wil neerleggen bij de beslissing van het UWV Werkbedrijf, kan binnen twee maanden beroep instellen bij de kantonrechter.
Het UWV Werkbedrijf bepaalt niet expliciet of de werkgever de werknemer een transitievergoeding moet uitbetalen. Deze wettelijke transitievergoeding is in de meeste gevallen wel verschuldigd en zal door de werkgever aan de werknemer moeten worden uitgekeerd.
Wil je weten hoe groot de kans is dat er in een specifieke situatie een ontslagvergunning door het UWV wordt afgegeven of heb je ondersteuning nodig bij het opstellen van je UWV verweer? Bel me gerust en ik kan je waarschijnlijk binnen enkele minuten antwoord geven op de belangrijkste vragen rondom jouw situatie.
Advocaat arbeidsrecht
Wij gaan je helpen. Van een controle van je VSO of een onderhandeling tot het voeren van inhoudelijk verweer. Wij helpen jou om het beste resultaat te bereiken. Bel ons op 088 – 10 10 808 of stuur ons een mail.
Zo gaan wij jou helpen