Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
4 september 2014 door Redactie Ontslag.nl
Onlangs oordeelde het gerechtshof in Den Bosch over het ontslag op staande voet van een gedetacheerde werknemer. De werknemer stelde zich volgens de rechters ten onrechte op het standpunt dat hij niet in dienst was van de opdrachtgever en hij zich daarom niet aan de bedrijfsvoorschriften van de opdrachtgever hoefde te houden.
Werknemer overtreedt veiligheidsvoorschriften
De werknemer (60 jaar oud) was in dienst van Maecon (later EAM). Maar de werknemer was sinds 1992 op detacheringbasis werkzaam bij DSM, onderdeel MCS. Zijn werkzaamheden bij DSM bestonden uit het schoonbranden van gebruikte mallen in een oven. Na een incident liet DSM weten dat het vertrouwen in de werknemer was geschaad en dat zij geen werk meer voor hem had.
De werknemer had namelijk een oven van MSC gebruikt om koperkabel inclusief kunststof mantel af te branden om het ‘schone’ koper mee te nemen voor eigen gebruik. Tijdens het branden was er een korte plof hoorbaar en ontstond daarna een steekvlam. Ook waren er dampen vrijgekomen die in een open ruimte zijn terechtgekomen waar medewerkers werken zonder beschermingsmiddelen.
De werknemer werd verweten dat hij activiteiten had ontplooid waar geen werkorder voor was en dat hij daarmee bewust veiligheidsregels had overtreden. Het is namelijk binnen MSC alleen toegestaan om equipment te gebruiken met een bijbehorende werkorder waarin de veiligheidsaspecten zijn beoordeeld. Een werkorder was voor de activiteiten niet aanwezig. Ook werd de werknemer verweten dat hij materialen van DSM wilde meenemen voor eigen gebruik wat niet was toegestaan.
Naar aanleiding van voornoemd incident heeft EAM de werknemer op staande voet ontslagen. Daarop beriep de werknemer zich op de nietigheid van het ontslag en startte een kort geding procedure gericht op de doorbetaling van zijn loon.
Kantonrechter: ontslag op staande voet is terecht gegeven
De kantonrechter achtte het verweer van de werknemer dat hij het koper niet wilde meenemen niet geloofwaardig. Verder stond voor de kantonrechter vast dat de werknemer in strijd had gehandeld met regels die golden bij DSM. Weliswaar was DSM niet de werkgever van de werknemer, maar de kantonrechter oordeelde dat EAM in relatie tot haar opdrachtgever (DSM) afhankelijk is van het vertrouwen dat zij in haar werknemers kan stellen met betrekking tot het houden aan regels. Het verweer van de werknemer dat er sprake was van een eenmalig incident deed hier niet aan af.
Werkgever EAM kon aan de hand van de verklaringen en getuigen van DSM onderbouwen dat er sprake is geweest van gevaarzetting. Dit bleek uit de plof, de steekvlam en de stankoverlast. De omstandigheden in onderling samenhang beschouwd, rechtvaardigden naar het oordeel van de kantonrechter het ontslag op staande voet.
Gerechtshof: tussen gedetacheerde werknemer en opdrachtgever bestaat gezagsrelatie
In hoger beroep voerde de werknemer allereerst aan dat het slechts om een klein stukje koperdraad ging. Verder vond de werknemer dat hij niet was gebonden aan de bedrijfsregels van DSM, hij was daar immers niet in dienst. Het gerechtshof oordeelde dat de lengte van het koperdraad er niet toe deed en dit ook niet bepalend was voor het ontslag op staande voet. In de ontslagbrief viel namelijk te lezen dat de werknemer op staande voet was ontslagen, omdat hij koperdraad van DSM had willen meenemen en in strijd met de veiligheidsregels had gehandeld.
Ook het tweede verweer van de werknemer ging volgens de raadsheren niet op. Het gerechtshof verweer naar artikel 7:660 Burgerlijk Wetboek waarin staat dat een werknemer zich dient te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid, alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming van de werkgever, door of namens de werkgever binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften, of overeenkomst aan hem, al dan niet tegelijk met andere werknemers, gegeven. Dit gold ook voor de werknemer, ondanks het feit dat hij niet bij DSM in dienst was. Er was namelijk op basis van de detacheringovereenkomst sprake van een gezagsrelatie tussen DSM en de werknemer en daardoor was de werknemer ook gebonden aan de bedrijfsregels van DSM.
Ook het gerechtshof liet het ontslag op staande voet in stand. Aanvullend oordeelde de rechters nog dat van EAM niet kon worden verwacht dat zij de arbeidsovereenkomst met de werknemer zou voortzetten en de werknemer elders zou detacheren, omdat het vertrouwen van EAM in de werknemer – door de handelwijze van de werknemer bij de opdrachtgever – ernstig was geschaad. Bij de afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden, werd geconcludeerd dat de aard en de ernst van de dringende reden zwaarder woog en daarmee het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was.
Gedetacheerde werknemer moet zich houden aan werkinstructies van opdrachtgever
Aan de hand van het arrest van het gerechtshof Den Bosch kunnen een aantal conclusies worden getrokken. Op de eerste plaats blijkt dat de inhoud van een ontslag op staande voet brief erg relevant is. De werknemer voerde namelijk als verweer aan dat het slechts om een klein stukje koperdraad ging wat hij wilde meenemen. Voor de kantonrechter en het gerechtshof deed dit niet ter zake, omdat er in de ontslagbrief niet over de lengte van het koperdraad werd gesproken. In de ontslagbrief waren als redenen vermeld het feit dat de werknemer koperdraad van DSM wilde meenemen en de veiligheidsregels had overtreden. Was er in de ontslagbrief wel iets vermeld over de lengte van het koperdraad, dan had dit wel meegewogen in de vraag of de werknemer zich aan een dringende reden schuldig had gemaakt.
Verder blijkt uit dit arrest dat een werkgever die werknemers detacheert ook tot een ontslag op staande voet kan overgaan wanneer de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar gedrag bij een opdrachtgever. Een (detacherings)werkgever is in relatie tot haar opdrachtgever namelijk afhankelijk van het vertrouwen dat zij in haar werknemers kan stellen met betrekking tot het houden aan regels die door de inlenende partij/opdrachtgever worden gesteld. In deze situatie had de werknemer naast het vertrouwen van de opdrachtgever ook het vertrouwen beschaamd van zijn (detacherings)werkgever. Aangezien een ontslag op staande voet behoorlijk wat consequenties kan hebben, is het als (detacherings)werkgever wel verstandig om juridisch advies in te winnen voordat een werknemer op staande voet wordt ontslagen.
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan