Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
5 juni 2013 door Maarten van Gelderen
Volgens de kantonrechter in Utrecht mocht een verkoopmedewerkster van een supermarkt op staande voet ontslagen worden onder andere voor het zelf opeten van een stuk appeltaart. De medewerkster in kwestie was echter geen onbeschreven blad. Zij had in 2011 al eens een schriftelijke waarschuwing gehad voor het nuttigen van kauwgom uit de winkel voordat deze afgerekend was. Ook hanteerde de werkgever strenge huisregels op het gebied van fraude en diefstal.
Enkele dagen voorafgaand aan het ontslag op staande voet ontving de werkneemster opnieuw een waarschuwingsbrief voor het niet naleven van werktijden en klokinstructies. Kort daarna werd zij op staande voet ontslagen wegens “het verduisteren en nuttigen van bedrijfseigendommen en het hardnekkig niet houden aan de werktijden en klokprocedures.”
Werkneemster: nuttigen etenswaren werd gedoogd
De werkneemster voerde aan dat zij weliswaar soms etenswaren van de werkgever nuttigde, maar dat dit gezien moest worden als onderdeel van haar functie. Volgens haar was er sprake van het testen en proeven van producten. Bovendien, zo betoogde zij, kwam het in de supermarkt dagelijks voor dag medewerkers en leidinggevenden etenswaren nuttigden.
Volgens de werkgever was er echter helemaal geen sprake van een gedoogbeleid en kon de medewerkster ook niet aantonen dat zij etenswaren had genuttigd die niet meer verkoopbaar waren. Aan de hand van camerabeelden kon de werkgever laten zien dat werkneemster zonder deugdelijke reden een half pecannotenbroodje, een flink stuk appeltaart, beide helften van een gebroken stokbrood, een appelflap en een muffin heeft gegeten.
De kantonrechter stelt de werkgever in deze kort geding procedure in het gelijk en wijst de eis van de werkneemster (doorbetaling van haar loon) af. De rechter hecht weinig waarde aan de verklaringen van de werkneemster dat het proeven van het pecannotenbroodje nodig was omdat het broodje te lang buiten de koeling had gestaan, de appelflappen niet goed waren afgebakken en het stokbrood gebroken uit de oven kwam en op de grond was gevallen. Volgens de rechter had de werkneemster gewoon van het eten gesnoept. Daarbij is de werkneemster verder gegaan dan dat vanuit haar controlerende taak verwacht mocht worden.
Werkneemster was al eerder gewaarschuwd
De rechter hecht ook veel belang aan het feit dat het de werkneemster duidelijk had moeten zijn dat de werkgever zelfs het allerkleinste vergrijp zeer ernstig zou opvatten. In dit verband wijst de rechter op de huisregels alsmede op de waarschuwing die de werkneemster eerder ontvangen had vanwege het nuttigen van kauwgom. De werkneemster had dus beter moeten weten.
Deze uitspraak ligt in lijn met eerdere uitspraken van rechters die een ontslag op staande voet goedkeurden van werknemers die bedrijfseigendommen van (zeer) geringe waarde wegnamen of nuttigden. Het gaat hierbij niet zozeer om de waarde van de goederen, maar om het vertrouwen dat de werknemer geschonden heeft. Daarbij hecht de rechter ook veel belang aan de vraag of:
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan