Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
24 januari 2013 door Maarten van Gelderen
Dat het een misverstand is om te denken dat een concurrentiebeding een dode letter is, blijkt wel uit een uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam. Het hof kwam tot de conclusie dat de werknemer het concurrentiebeding overtreden had en veroordeelde de man tot het betalen van een (sterk gematigde) boete van 75.000 euro aan zijn ex-werkgever.
De zaak draait om de heer W. die op 1 juli 2008 als business development manager bij Afpro Filters in dienst treedt. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen voor de duur van twee jaar. Volgens de hieraan gekoppelde boetebepaling is de werknemer een bedrag van 2.270 euro verschuldigd per dag dat hij in overtreding is.
In 2008 wordt W. benaderd door een oude werkgever, Filtrair, om opnieuw bij dit bedrijf in dienst te treden. W. wil op dit aanbod ingaan en vraagt Afpro Filters om toestemming. Deze toestemming wordt geweigerd en W. start een kort geding procedure bij de kantonrechter in Alkmaar.
Kantonrechter schorst concurrentiebeding
Deze kantonrechter schorst de werking van het concurrentiebeding en op basis hiervan besluit W. per 1 augustus 2010 in dienst te treden bij Filtrair. Wel stelt de kantonrechter in een latere bodemprocedure vast dat W. het concurrentiebeding geschonden heeft en op grond hiervan een boete van 25.000 euro aan zijn ex-werkgever moet voldoen.
Afpro Filters laat het hier niet bij zitten en gaat in hoger beroep bij het gerechtshof in Amsterdam en claimt maar liefst 483.510 euro aan verbeurde boetes. Het gerechtshof maakt allereerst duidelijk dat het feit dat W. bij Filtrair de baan gevonden heeft die hij altijd al ambieerde, geen reden is om het concurrentiebeding opzij te zetten.
Ook het (geringe) verschil in beloning, het feit dat beide banen een internationaal karakter hebben en het element van reistijd is volgens het gerechtshof onvoldoende aanleiding om het concurrentiebeding aan te tasten. Het initiatief is volledig van W. uitgegaan zonder dat Afpro daartoe enige aanleiding heeft gegeven.
Alles afwegende komt het gerechthof tot de conclusie dat het concurrentiebeding qua duur gematigd wordt van twee naar één jaar. Maar daarmee heeft W. in feite nog steeds gedurende één jaar in strijd met het concurrentiebeding gehandeld door voor Filtrair te werken. Dit zou in theorie tot een boete leiden van 828.550 euro.
Matiging van boete bij buitensporig en onaanvaardbaar resultaat
Dit is het gerechtshof wat al te gortig. Op basis van een uitspraak van de Hoge Raad kan een rechter een contractuele boete matigen als de oorspronkelijke boete zou leiden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat. W. wordt daarom veroordeeld tot het betalen van een bedrag van 75.000 euro aan zijn voormalige werkgever (bron: JAR 2012, 286).
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan