Ontslag voor werkneemster die haar baas met Bijbelse Pilatus vergelijkt

5 mei 2011  door Maarten van Gelderen

Een werkneemster uit een christelijk milieu vergeleek haar leidinggevende met de man die Jezus liet kruisigen en zag haar arbeidsovereenkomst mede door deze vergelijking ontbonden worden door de kantonrechter in Zwolle.

De dame in kwestie werkte als afdelingshoofd bij een onderneming die zich onder meer bezighoudt met incassodiensten. Na een reorganisatie wordt zij door haar leidinggevende uitgenodigd om te solliciteren op een nieuwe functie. Hoewel de werkneemster dit in eerste instantie ook van plan is, ziet ze van de sollicitatie af na een matige en in haar ogen volstrekt onterechte beoordeling door dezelfde leidinggevende.

Werkneemster stuurt leidinggevende brief op zijn privéadres

De werkneemster is zo verbolgen over deze beoordeling dat zij haar leidinggevende op zijn privéadres een brief stuurt. In deze brief spreekt zij haar ongenoegen uit over de beoordeling en beschuldigt zij haar baas onder meer van het spelen van politieke spelletjes, het niet eerlijk en oprecht zijn en het niet hoog houden van christelijke normen en waarden.

Ook maakt zij in deze brief melding van vrouwonvriendelijke en seksueel intimiderende opmerkingen die een door de werkgever ingeschakelde organisatieadviseur jegens haar gemaakt zou hebben. Volgens de werkneemster zou haar leidinggevende daarop gezegd hebben dat hij niets met het gedrag van de organisatieadviseur te maken had. In een volgende brief verwijst de werkneemster in dit verband naar Mattheus 27 vers 24.

Mattheus 27 vers 24 luidt als volgt: ‘Toen Pilatus zag, dat niets baatte, maar dat er veeleer oproer ontstond, nam hij water, wies zich de handen ten aanschouwen van de schare en zeide: Ik ben onschuldig aan zijn bloed; gij moet zelf maar zien, wat ervan komt.’

Kantonrechter keurt verwijzing naar Bijbelteksten af

Als deze kwestie bij de kantonrechter ter sprake komt stelt de werkneemster dat haar leidinggevende op de hoogte was van haar christelijke achtergrond en dat het in haar milieu heel gebruikelijk is om je christelijke broeders en zusters scherp te houden door Bijbelteksten aan te halen. De kantonrechter in Zwolle neemt met deze uitleg geen genoegen.

De rechter stelt vast dat de werkneemster met haar brief gericht aan het privéadres van haar leidinggevende de perken ruim te buiten is gegaan. Weliswaar had de leidinggevende, gelet op de voor de werkneemster verrassende beoordeling, een stevige reactie mogen verwachten, maar daarbij heeft de werkneemster de grens tussen privé en zakelijk overschreden.

Ook de verwijzing naar de betreffende Bijbeltekst en de beschuldiging aan het adres van de leidinggevende dat hij geen goed Christen zou zijn, kunnen bij de rechter niet op instemming rekenen. Volgens de rechter heeft de werkneemster er in overwegende mate toe bijgedragen dat de arbeidsrelatie verstoord is geraakt. De rechter ontbindt het arbeidscontract, maar kent de werkneemster nog wel een geringe ontslagvergoeding toe gebaseerd op 30% van de neutrale kantonrechtersformule.

Geen seksuele intimidatie maar acceptabele kledingvoorschriften

De rechter gaf nog wel toe dat ook de werkgever niet helemaal zorgvuldig gehandeld had, met name in de afhandeling van de klacht van werkneemster over seksuele intimidatie. Toch ging het de rechter te ver om deze klacht gegrond te achten. Er zou volgens de rechter slechts met de werkneemster gesproken zijn over het belang van representatieve kleding in de nieuw te vervullen functie.

Zo zou de werkneemster regelmatig in spijkerbroek en ‘Uggs’ (de kantonrechter laat zich influisteren dat het hier om pantoffellaarzen gaat) op het werk verschijnen. De werkgever mocht de werkneemster er volgens de rechter op wijzen dat een dergelijke kledingcombinatie in de nieuwe functie niet als representatief werd gezien.