Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
3 februari 2011 door Maarten van Gelderen
Een advocate, werkzaam als huurrechtspecialist bij een internationaal advocaten- en notariskantoor, zag haar carrière onverwacht eindigen vanwege een liefdesrelatie die zij had met een advocaat van een concurrerend advocatenkantoor.
Uit eerdere rechtspraak bleek al dat een liefdesrelatie tussen collega’s door rechters vaak als legitieme ontslagreden wordt gezien. De kantonrechter in Amsterdam bevestigde in een recent gepubliceerde uitspraak dat ontslag ook aan de orde kan zijn als het gaat om een relatie met iemand die werkzaam is bij een concurrent van de werkgever.
Relatie behoort tot de persoonlijke levenssfeer
Van het principe dat een affectieve relatie tussen twee personen tot de persoonlijke levenssfeer behoort waar de werkgever buiten dient te blijven, lijkt in het Nederlandse arbeidsrecht steeds minder over te blijven.
Weliswaar memoreerde de Amsterdamse rechter nog wel aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) waarin het recht op privacy is vastgelegd, maar de belangen van de werkgever werden door de rechter van groter belang geacht.
De dame in kwestie was na een dienstverband van zeven jaar overgestapt van advocatenkantoor A naar advocatenkantoor B. Bij beide kantoren was zij werkzaam als huurrechtadvocaat.
Werkneemster ontkent relatie in eerste instantie
Al tijdens de sollicitatie in maart 2009 gingen er geruchten dat de advocate een relatie had met mr. X, de oprichter en partner van advocatenkantoor A. Daarop antwoordde de advocate: ‘Wij vinden elkaar wel leuk en daar verbinden de mensen wel eens conclusies aan, maar we hebben geen relatie.’
In de loop van 2010 deden opnieuw dezelfde geruchten de ronde. Op 31 mei deelde de advocate haar werkgever, kantoor B, mede dat zij sinds 22 mei met mr. X samenwoonde. Daarop startte kantoor B een ontslagprocedure.
‘Ontslag is schending van privacy’
De advocate voerde in deze procedure aan dat er sprake was van een schending van haar privacy en dat ontslag een disproportionele maatregel zou zijn. Door het ontslag zou zij grote schade leiden aangezien zij het vooruitzicht had om op korte termijn aandeelhouder bij kantoor B te worden. Zij stelde bovendien dat zij anderhalf jaar geïnvesteerd had in haar ontwikkeling bij kantoor B en haar kansen bij kantoor A daarvoor had opgegeven.
Het mocht niet baten. Volgens de rechter is de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (lees: het recht op privacy) weliswaar belangrijk, maar kan op dit recht inbreuk gemaakt worden door zwaarder wegende (werkgevers)belangen.
Relatie kan tot loyaliteitsconflict leiden
In dit geval kwam de rechter tot het oordeel dat kantoor A en B belangrijke concurrenten van elkaar waren. Bovendien, zo stelde de rechter, bestond de kans dat de advocate met vertrouwelijke informatie over het concurrerende kantoor A in aanraking zou komen waardoor een loyaliteitsconflict zou kunnen ontstaan.
De rechter ontbond de arbeidsovereenkomst dan ook en voegde daaraan toe dat deze ontbinding in overwegende mate in de risicosfeer van de werkneemster lag. Als pleister op de wonde kende de rechter haar nog wel een ontslagvergoeding toe van 10.000 euro bruto.
Dus als uw baan u lief is en u koestert warme gevoelens voor een collega (of iemand bij de concurrent): bezint, eer ge begint!
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan
Blijf op de hoogte van het laatste ontslagnieuws
Ontvang maandelijks een update van de belangrijkste uitspraken en ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht en ontslag.
Meld je hier aan