De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de aanvullende uitkering kunnen verschillen per sector (rijk, provincie, gemeente, defensie, onderwijs). Meestal moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:
- U moet recht hebben op een WW-uitkering, en
- U moet op een bepaalde grond ontslagen zijn (bijvoorbeeld vanwege een reorganisatie)
Hoogte en duur van de aanvullende uitkering
Uitgangspunt is om de hoogte van de totale uitkering (WW+aanvullende uitkering) op hetzelfde niveau te houden als de ‘oude’ wachtgeldaanspraken. De hoogte van de totale uitkering (WW + aanvullende uitkering) is per overheidssector verschillend maar bestaat op hoofdlijnen uit:
- 12 maanden 80% van het (ongemaximeerde) dagloon
- 6 maanden 75% (soms: 70%) van het (ongemaximeerde) dagloon
- daarna, 70% van het (ongemaximeerde) dagloon.
Ook qua duur van de aanvullende uitkering zijn er verschillen tussen de diverse sectoren. Vuistregel is dat de aanvullende uitkering net zo lang loopt als de WW-uitkering.
Wijzigingen met betrekking tot de aanvullende uitkering
Met ingang van 1 januari 2006 is het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid sector rijk gewijzigd. Vanaf deze datum wordt de WW-uitkering van rijksambtenaren nog slechts aangevuld tot 70% van het (ongemaximeerde) dagloon. De aanvullingen gedurende de eerste twaalf maanden tot 80% en vervolgens zes maanden tot 75% van het (ongemaximeerde) dagloon zijn hiermee komen te vervallen.