Rogier werkt als manager bij een telecombedrijf. Door de slechte financiële resultaten heeft Rogier moeten besluiten om een aantal taken van Bas, een van zijn medewerkers, te laten vervallen. Bas is het hier niet mee eens en de sfeer tussen Rogier en Bas wordt steeds grimmiger.
Het conflict escaleert en Bas meldt zich ziek. De bedrijfsarts stelt vast dat er sprake is van een arbeidsconflict en stelt mediation voor. Zowel Bas als zijn werkgever zijn bereid om het conflict in een mediationtraject te bespreken.
Tijdens het eerste mediationgesprek mogen zowel Rogier als Bas hun hart luchten. Rogier beseft tijdens dit gesprek dat zijn beslissingen door Bas deels wel begrepen worden, maar dat hij (Rogier) zijn beslissingen onvoldoende heeft toegelicht. Bas geeft aan dat hij zakelijk gezien begrijpt dat zijn functie verandert, maar dat er voor hem weinig uitdagende werkzaamheden overblijven.
In een tweede gesprek stellen Rogier en Bas beide vast dat de beste oplossing zou zijn om op een goede zakelijke wijze afscheid te nemen. Onder leiding van de mediator komt er een voor beide partijen acceptabeleafvloeiingsregeling tot stand.